Dure Koppenbergcross kost organisatie een half miljoen euro
In dit artikel:
De Koppenbergcross, de veldritklassieker die jaarlijks op 1 november rond de Bult van Melden (Rotelenberg) plaatsvindt, behoort tot de duurste crossen van België. Organisator Golazo (Christophe Impens) rekende samen met leverancier Platex de kosten uit: voor grote Belgische veldritten loopt het totaal doorgaans van ongeveer €250.000 tot €500.000; de Koppenbergcross zit in 2025 net boven het half miljoen.
Het grootste kostenblok is logistiek — bijna de helft van het budget — omdat de wedstrijd plaatsvindt in een leeg landbouwgebied zonder stroom of water. Drie weken opbouw en afbraak, duizenden stalen rijplaten, tenten voor publiek, vip en media, tv-compounds, toiletten, generatoren en extra ingangen zijn nodig om een evenement voor tienduizenden toeschouwers mogelijk te maken. De Koppenberg trok recent tussen de circa 10.000 en 12.300 betalende bezoekers, waardoor de logistieke eisen en de bijbehorende uitgaven fors toenemen vergeleken met kleinere crossen.
Andere belangrijke uitgaven zijn prijzengeld, organiserende fees en soms flinke startgelden (tot circa €85.000 afhankelijk van periode en aanwezigheid van sterren), al geldt dat niet altijd — dit jaar ontbreken onder meer Mathieu van der Poel en Wout van Aert, wat de kosten voor aantrekken van kopstukken beperkt. Wereldbekers zijn doorgaans nog duurder doordat de UCI hogere organisatie- en prijzengeldtarieven hanteert, hoewel daar vaak geen startgeld tegenover staat.
Sinds de coronaperiode zijn materiaalkosten door inflatie naar schatting zo’n 20% gestegen, terwijl ticketprijzen (meestal €15–€25) niet evenredig omhoog gingen. Om de begroting te sluiten is sponsoring cruciaal; daarnaast leveren catering, overheidssteun (bijvoorbeeld via Sport Vlaanderen) en VIP-hospitality bijdragen, maar VIP-opbrengsten dekken zelden veel meer dan promotionele doelen. Per saldo kost de Koppenbergcross naar schatting bijna een ton per uur aan organisatieverschotten tijdens wedstrijddag.