Hoe Toon Aerts in een heroïsche Citadelcross bijna Mathieu van der Poel vloerde: "Ik had moeten winnen"
In dit artikel:
Zevenvoudig wereldkampioen Mathieu van der Poel keert dit weekend terug in het veld en doet dat in de Citadelcross van Namen — dezelfde cross waar hij in 2019 een legendarisch duel leverde met de toenmalige Belgische kampioen Toon Aerts. Aerts blikt terug op die wedstrijd, die door fans en collega’s nog vaak wordt besproken.
In 2019 nam Van der Poel vroeg de leiding en leek het een klassieke solo van hem te worden, met namen als Eli Iserbyt, Michael Vanthourenhout, Quinten Hermans en Tom Pidcock in zijn zog. Aerts deed echter anders: hij kwam met veel vertrouwen naar Namen, deels omdat hij Van der Poel enkele weken eerder op de Hotond in Ronse had verslagen — de eerste crossnederlaag van Van der Poel in ruim anderhalf jaar — en deels omdat het parcours en de kalender hem leken te liggen. Na trainingen op basisconditie in Spanje was Aerts ervan overtuigd dat de Citadelcross zijn stijl, gelijkmatig en uithoudingsgericht, zou bevoordelen.
Wat de wedstrijd extra zwaar maakte, waren de extreme weersomstandigheden: continu regen, modderige sporen en slechts zo’n vijf graden Celsius — op de Citadel nog kouder. Die omstandigheden deden veel renners vermogen verliezen; Aerts dacht dat hij juist in die barre omstandigheden relatief voordeel had. In het koersverloop wisselden de leiders regelmatig van positie: lekke banden en valpartijen bij de koplopers, waaronder Van der Poel, zorgden voor terugkeer-acties en nieuwe ontsnappingen. Aerts reed momenten zelfs weg van Van der Poel, maar het duel bleef heen en weer gaan.
Toen de vermoeidheid toesloeg, werden fouten gemaakt. Aerts maakte meerdere riskante lijnen, viel een keer hard en kreeg een gekneusd staartbeen — later bleken zijn ribben gebroken. Uiteindelijk raakte hij in een afdaling op een verkeerd spoor en ging zwaar tegen de grond; dat betekende het einde van zijn aanval en de overwinning voor Van der Poel, die heroïsch terugknokte en de zege binnenhaalde. Aerts beschrijft hoe beide renners op hun fiets zaten te trillen van de kou: het was niet alleen een wedstrijd tegen een tegenstander, maar evenzeer tegen de elementen en tegen zichzelf.
De wedstrijd had ook impact verderop in het veld: Iserbyt werd bij de nadarhekken weggebracht, Pidcock verloor in de laatste ronde door een gebroken zadel nog een podiumplek aan Corne van Kessel — iedereen droeg littekens van die zware cross. Voor Aerts bleef de herinnering dubbel: veel waardering en erkenning — mensen noemen de wedstrijd nog steeds fantastisch — maar ook fysieke nasleep en boosheid omdat hij naar eigen zeggen had kunnen winnen. Pas uren later liet de pijn hem terugrijden naar de fysio; de volgende ochtend bleek hij met gebroken ribben thuis te zitten.
De terugkeer van Van der Poel naar Namen deze week roept die gedenkwaardige editie weer op. Voor velen blijft de Citadelcross van 2019 een icoon van heroïek in modder en kou, een race die het uithoudingsvermogen, techniek en mentale weerbaarheid van de renners scherp doorlichtte.