'Ik hou niet van al te veel explosieve dingen', roept Pogacar, die interessant inkijkje geeft in zijn trainingsarbeid

In dit artikel:

Tadej Pogacar — de 27-jarige Sloveense wereldkampioen die in 2025 liefst twintig overwinningen pakte (onder meer De Ronde, Luik, de Giro, de Tour, het WK en Lombardije) — gaf in een interview met Jakob Fuglsang voor de Deense podcast Feltet een kijkje in zijn wintervoorbereiding voor het seizoen 2026. Na een bijna onovertroffen jaar verloor hij slechts enkele klassiekers (Milaan‑Sanremo, Parijs‑Roubaix, Amstel Gold Race, GP de Québec), maar hij kiest er bewust voor om zijn training vooral naar plezier en efficiëntie in te richten, niet puur naar explosiviteit.

Pogacar zegt dat hij geen fan is van veel korte, herhaalde sprintsets die sommige coaches voorschrijven. Zijn favoriete winterwerk bestaat uit lange zone‑2 ritten van vijf à zes uur, bij voorkeur solo over grote lussen; dat houdt het vermogen hoog en geeft hem een goed gevoel, hoewel je er wel “moe” van thuiskomt. Voor de zomer en de voorbereidingen op grote eendaagswedstrijden rijdt hij vergelijkbare lange dagen, maar met een hoger tempo. In de offseason voegt hij motorpacing‑sessies (1–1,5 uur achter de motor) toe, waarbij hij in het laatste uur meer pusht en explosieve prikkels traint — trainingen die hij wél graag doet.

Kortgezegd: Pogacar combineert veel duurarbeid om basiskracht en vermogen te behouden met gerichte, korte explosieve prikkels via motorpacing, waarbij plezier in training meewegend is in zijn keuze van aanpak.