Is het EK-parcours echt te zwaar voor Mathieu van der Poel? Bondscoach Moerenhout legt het uit
In dit artikel:
Mathieu van der Poel slaat het WK over en richt zich volledig op het EK wielrennen in de Drôme en Ardèche. Organisator Guillaume Delpech twijfelt openlijk aan zijn kansen: het parcours bevat meerdere zware beklimmingen die eerder geschikt lijken voor pure klimmers zoals Remco Evenepoel en Tadej Pogačar.
De Nederlandse bondscoach Koos Moerenhout relativeert die inschatting. Hij heeft het parcours zelf verkend en deelt zijn analyse met de selectie; volgens hem ligt de route “op de limiet” voor Van der Poel, maar die is niet per se onoverkomelijk. Belangrijk voordeel voor de Nederlander is zijn herstelvermogen: Van der Poel kan zich snel herstellen en dat kan hem helpen de beslissende klim in de finale beter te verwerken dan de langere hellingen eerder in de wedstrijd. Ook het parcoursontwerp zelf geeft enig perspectief: renners rijden meerdere korte rondes rond Valence, waarna de laatste drie omlopen de lange klim niet meer bevatten — een structuur die in het voordeel van explosievere renners kan werken.
De timing maakt de situatie gecompliceerd. Het EK ligt kort na het WK in Rwanda, waardoor vermoeidheid, supercompensatie en reizen van Afrika naar Zuid-Frankrijk voor veel renners een rol spelen. Van der Poel en Jonas Vingegaard kozen ervoor het WK over te slaan, wat hen mogelijk een voordeel geeft ten opzichte van wie wel naar Rwanda trok. Moerenhout sluit positief af: als Van der Poel aangeeft dat hij er klaar voor is, is dat een goed teken — het EK blijft dus uitdagend maar niet ondenkbaar voor hem.