Koersdirecteur Knetemann ('ga je bezighouden met iets anders!') kritisch op Van Schip, Zonneveld springt renner bij
In dit artikel:
Na de diskwalificatie van Jan‑Willem van Schip barstte een felle discussie los tussen zijn team Parkhotel Valkenburg, betrokken journalisten en koersmensen. Van Schip werd uit koers gezet na aanwijzingen dat zijn fiets niet aan de regels zou voldoen; het geschil draait vooral om een vreemde combinatie van onderdelen — uiteindelijk werd vooral de zadelpen genoemd — en om de vraag of die beslissing terecht en veiligheidsrechtvaardig was.
Roxane Knetemann, koersdirecteur en oud‑renster, verwerpt de keuze van Van Schip voor een afwijkende fietsopzet en noemt die gevaarlijk voor het peloton. In haar podcast zegt ze dat het gebruik van een klein frame en afwijkende stuur‑/stuurpencombinatie weliswaar aerodynamisch voordeel kan geven, maar dat rijders om hem heen mogelijk niet kunnen voorspellen hoe hij zal sturen. Ze bekritiseert ook de UCI: als dit geen nieuw fenomeen is, had de internationale bond van tevoren duidelijker richtlijnen moeten trekken in plaats van pas tijdens de wedstrijd in te grijpen.
Co‑host Marijn Abbenhuijs sluit daarbij aan en benadrukt het veiligheidsargument: minder stuurinslag maakt onverwachte manoeuvres riskant. Tegenstanders van Van Schip zien dus niet alleen een regelovertreding, maar ook een potentieel gevaar voor andere renners.
Thijs Zonneveld neemt een tegenstellend standpunt in. In zijn podcast legt hij uit dat het besluit gebaseerd zou zijn op een foto die iemand in een Tour‑of‑Holland‑appgroep vanuit Zwitserland maakte en vergeleek met commerciële beelden van de fietsverkoper; men concludeerde daarop dat de zadelpen niet bij het frame hoorde. Voor Zonneveld is dat een dubieuze, opportunistische reden om iemand uit een belangrijke wedstrijd te halen. Hij wijst erop dat Van Schip als pionier op aerodynamisch gebied bekendstaat — hij reed vroeg met smalle stuurbreedtes, die later door velen werden overgenomen — en vermoedt dat het oordeel mede is beïnvloed door het feit dat de renner voor een continentale ploeg rijdt. Zonneveld roept team en renner op juridische stappen te overwegen.
Kortom: de zaak van Van Schip raakt aan veiligheid, interpretatie en handhaving van materiële regels in het wielrennen, en aan de vraag of de UCI haar lijnen tijdig en eenduidig moet trekken om zulke incidenten te voorkomen.