Philipsen benoemt Milan als zijn grote rivaal voor 2026, en heeft schitterende woorden over voor Pogacar
In dit artikel:
Jasper Philipsen blikt terug op een roerig seizoen en kijkt vooruit naar 2026 met heldere doelen: de Monumenten winnen, goed presteren in de Tour de France en mogelijk voor het eerst etappes in de Giro d’Italia rijden. De Belgische sprinter van Alpecin-Deceuninck (dat volgend jaar Alpecin‑Premier Tech heet) wil vooral rust en consistentie om weer op het niveau van de beste sprinters te komen.
Dit jaar leed Philipsen twee tegenslagen: een val in Nokere Koerse die zijn voorjaar verstoorde en een zware crash in de Tour de France waardoor hij moest opgeven en de strijd om de groene trui verloor. Het herstel vergde tijd, nieuwe motivatie en zoeken naar balans, maar hij keerde sterk terug en won daarna drie ritten in de Vuelta.
Qua concurrentie ziet Philipsen vooral Jonathan Milan als zijn voornaamste rivaal: Milan maakte dit seizoen grote stappen, vormt een serieuze bedreiging in de sprints en is bovendien twee jaar jonger. Philipsen geeft aan dat het lastig is om zowel op de klassiekers te focussen als altijd volledig geconcentreerd te zijn op de massasprints; met vrije focus zou hij volgens hem zeker bij de top drie horen. Tim Merlier wordt ook genoemd als een van de succesvolle sprinters van het jaar.
Buiten de rivaliteit onderhoudt Philipsen vriendschappen in het peloton, onder andere met Tadej Pogacar. Hij bewondert Pogacar zowel om zijn uitzonderlijke carrière als om zijn nuchtere houding en plezier in het leven, wat hem volgens Philipsen extra bijzonder maakt.
Kortom: Philipsen wil na de moeilijke periodes stabiliteit en ambitie combineren om terug te keren naar de top, met een concreet programma voor klassiekers en grote rondes in 2026.