Toptalent Paul Seixas weet dat hij Tadej Pogacar moet verslaan om groot doel te bereiken en dus slijpt hij alvast de messen
In dit artikel:
Paul Seixas, pas negentien en afkomstig uit Lyon, beleefde een sterk debuutjaar op het hoogste niveau. De jonge Fransman maakte veel indruk en behaalde onder meer brons op het Europees kampioenschap in Frankrijk. Seixas zegt zelf dat het seizoen vooral leerzaam was: hij ging om ervaring op te doen en werd positief verrast door zijn consistente prestaties.
In april kwam hij opvallend voor het voetlicht in de slotetappe van de Tour of the Alps: een kans op zijn eerste profzege die hij uiteindelijk aan ploeggenoot Nicolas Prodhomme schonk. Die keuze illustreert zijn overtuiging dat teamwerk doorslaggevend is in de moderne wielersport. Volgens Seixas is individuele kracht onvoldoende zonder een sterke ploeg erachter.
Tegelijk erkent hij de kloof met de absolute wereldtop, met name Tadej Pogacar en Remco Evenepoel, die hem op het EK het podium afpakten. Seixas noemt Pogacar indrukwekkend en geeft aan dat die uitdaging hem motiveert: hij wil de afstand verkleinen en werkt bewust aan zijn ontwikkeling. Zijn ambitie is duidelijk en groot — hij koestert de droom de Tour de France te winnen — maar hij weet dat daar tijd en verbetering voor nodig zijn.
De belangstelling uit Frankrijk en de media neemt toe, maar druk lijkt hem niet te verlammen. Hoewel zijn ploeg sporadisch mediatraining geeft, voelt Seixas zich comfortabel in interviews; hij praat al sinds zijn veertiende met journalisten. Hij benadrukt dat mentaliteit en aanpak minstens zo belangrijk zijn als talent: beter worden en het beste uit zichzelf halen staan centraal. Als opvolger van Bernard Hinault als Franse Tourwinnaar is de verwachtingenlast groot, maar Seixas houdt de focus op progressie en teamsteun.