Tour de France 2026: Het complete parcours

donderdag, 23 oktober 2025 (18:02) - Touretappe.nl

In dit artikel:

De Tour de France 2026 begint op zaterdag 4 juli in Barcelona en eindigt op zondag 26 juli op de Champs-Élysées in Parijs. De route biedt al vroeg zware bergen: de Pyreneeën verschijnen al in week 1, het Centraal Massief en de Vogezen leveren extra klimwerk in week 2, en in de slotweek staat twee keer Alpe d’Huez op het programma — een zeldzame dubbele confrontatie in de laatste dagen.

De openingsrit is een ploegentijdrit met een heuvelachtig slot op de Montjuïc van Barcelona, waarbij de renners individueel worden geklokt. Daardoor kan het tactisch aantrekkelijk zijn voor klassementsrijders om in de finale hun ploeggenoten te laten afhaken om een sneller eindtijd neer te zetten. De tweede etappe (Tarragona–Barcelona, 178,4 km) sluit eveneens op Montjuïc af; de laatste vijf kilometer bevatten twee korte, steile klimmetjes.

Week 1 voert vervolgens door de Pyreneeën naar Frankrijk, met beklimmingen als Collada de Toses en een bergopfinish in skigebied Pla del Mir. Rit 4 eindigt in Foix, rit 5 brengt het peloton van Lannemezan naar Pau en rit 6 voert voor het eerst naar de indrukwekkende Cirque de Gavarnie, met tussendoor de Aubisque en Soulor. Sprinters krijgen in etappe 7 een kans in Bordeaux (de 83e Tour-bezoeken van de stad; in 2023 won Jasper Philipsen daar). Week 1 wordt afgesloten met ritten door Dordogne en Corrèze (Périgueux–Bergerac; Malemort–Ussel).

In week 2, direct na de rustdag op 14 juli, volgt een zware etappe door het Centraal Massief richting Le Lioran: hetzelfde slot als toen Jonas Vingegaard twee jaar geleden Tadej Pogačar versloeg, inclusief Puy Mary, Pas de Peyrol en Col du Pertus. Daarna volgen vlakke tot licht golvende dagen via Vichy, Nevers en Magny-Cours (waar in 2019 Dylan Groenewegen won), en een reeks confrontaties richting Belfort en Le Markstein. De laatste etappe van week 2 klimt naar het Plateau de Solaison: een stevige klim van 11,3 km aan 9,2% gemiddeld.

De slotweek opent met een individuele tijdrit tussen Thonon-les-Bains en Evian-les-Bains (zuidelijk van het Meer van Genève). Voiron biedt de laatste sprinterskans voordat de Alpen beslissen: Orcières-Merlette verschijnt als eerste Alpenfinish (7,1 km à 6,7%), gevolgd door een compacte, harde rit naar Alpe d’Huez (13,8 km à 8,1%). Etappe 20 klimt naar Alpe d’Huez via de Col de Sarenne aan de andere kant, na een monsterlijke aanloop met Croix de Fer, Télégraphe en Galibier — in totaal circa 5.600 hoogtemeters. De Tour sluit traditioneel in Parijs af, ditmaal weer met aankomst op de Champs-Élysées na passage over de kasseien van Montmartre.

Kortom: een koers die klimtalent en tijdrijders tegelijk zal belonen, met vroege bergen, twee cruciale tijdritten en een dramatische Alpenfinale waarin renners als Vingegaard, Pogačar, Van Aert en Van der Poel ongetwijfeld naar confrontaties uitkijken.