Van Italiaanse thriller tot lange solo's: dit waren de monumenten van wielerjaar 2025

dinsdag, 18 november 2025 (19:46) - WielerFlits

In dit artikel:

Wielerjaar 2025 werd in de monumentale klassiekers gedomineerd door twee namen: Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel. WielerFlits blikt terug op de beslissende momenten in Milaan–San Remo, de Ronde van Vlaanderen, Parijs–Roubaix, Luik–Bastenaken–Luik en de Ronde van Lombardije.

Milaan–San Remo (22 maart) besliste in een finale vol venijn op de Cipressa en de Poggio. Pogacar forceerde al vroeg op de Cipressa, maar vond in Mathieu van der Poel een onverzettelijke tegenstander die zijn wiel wist te houden. In de eindsprint van drie bleek Van der Poel de koelste: hij nam het initiatief, counterde Pogacar en Filippo Ganna en pakte een fraaie zege in La Primavera.

In de Ronde van Vlaanderen zocht Pogacar sportieve revanche, maar de koers werd opgeschrikt door een grote valpartij waarin Van der Poel tijdelijk werd getroffen. Hij herstelde en bleef in de finale op de voorste rijen. Op de tweede passage van de Oude Kwaremont zette Pogacar een beslissende versnelling op en op de derde passage brak hij Van der Poel definitief. Pogacar soleerde naar Oudenaarde en schreef Vlaanderen opnieuw op zijn palmares.

Een week later op de kasseien van Parijs–Roubaix toonde Pogacar zich aanvallend, maar het was Van der Poel die met twee scherpe demarrages vroeg de beslissende schifting bewerkstelligde. Nadat Pogacar later een schuiver maakte en technische problemen kreeg — met onder meer een lekke band en kettingsperikelen — trok Van der Poel onverminderd door. Ondanks een incident waarbij een toeschouwer een bidon naar hem gooide en een lek op Carrefour de l’Arbre, won Van der Poel zijn derde opeenvolgende Roubaix; Pogacar gaf in zijn debuut een indrukwekkende tweede plaats.

Luik–Bastenaken–Luik bood Pogacar opnieuw een kans om zijn klasse te tonen in De Doyenne. Zonder Van der Poel als rivaal nam zijn ploeg UAE Emirates controle over de wedstrijd en op de flank van de Redoute gooide Pogacar alles in de strijd. Zijn vroege, hevige demarrage verbrijzelde de concurrentie — ook Remco Evenepoel wist niet te volgen — en Pogacar reed solo naar de overwinning, zijn derde zege in Luik en zijn negende monument.

De Ronde van Lombardije bevestigde de hegemonie van de Sloveen. Op de steile flanken van de Passo di Ganda volgde een feilloze uitvoering: na een sterke voorbereiding van ploegmaten nam Pogacar het initiatief en reed iedereen op en voorbij. Evenepoel eindigde als beste achtervolger, maar kon niet terugkomen; Pogacar soleerde naar zijn vijfde opeenvolgende overwinning in Lombardije en evenaarde daarmee het historische record van Fausto Coppi.

Samengevat: Pogacar was in 2025 de meest consistente monumentrenner — met overwinningen in Vlaanderen, Luik en Lombardije en podiumplaatsen in Milaan–San Remo en Parijs–Roubaix — terwijl Van der Poel vooral op de sprint- en kasseienklassiekers uitblonk (inclusief een routinematige zege in Roubaix). Evenepoel bleef een dreiging, maar verloor terrein in wedstrijden die door Pogacar tactisch en fysiek werden gedomineerd. Het seizoen leverde spectaculaire duels, technische drama’s en enkele memorabele soloritten op, waarin de krachtsverhoudingen tussen de drie topfavorieten duidelijk in beeld kwamen.